Ergonomisch dragen – feiten en fabels

Bezoek jij regelmatig facebookgroepen over dragen? Dan zie je regelmatig de vraag voorbij komen: “Is deze drager ergonomisch?” of je ziet de reacties voorbij komen, “dit merk is niet ergonomisch”, dat merk is “slecht voor de heupjes”.  Maar ook collega-consulenten benoemen het regelmatig in blogs of posts: “Dit merk is niet ergonomisch”.

Toch is het gek, één bepaald merk, die in de verschillende grote babywinkels ligt, noemt zichzelf ook ergonomisch en heeft zelfs een soort keurmerk van het “International Hip Dysplasia Institute (IHDI)” als zijnde goed getest.  Waarom zou zo’n instituut dit merk het keurmerk geven? Er gaan wel verhalen de rond, maar is nooit bevestigd.

Maar wat is nou de echte definitie van ergonomisch dragen? Vraag het diverse experts uit de draagwereld en de meesten zullen antwoorden met de volgende criteria, als rode draad: “Het ergonomisch dragen van kinderen betekent, dat de baby rechtop wordt gedragen met de buik tegen de ouder, waarbij de natuurlijke bolling van de rug van de baby wordt gerespecteerd.  Dit kan zowel op de buik, heup of rug van een volwassene. De baby is volledig verticaal ondersteund vanaf het oorlelletje tot de knieholtes . Daarnaast zit het kindje in de natuurlijke heup-spreid-houding, wat betekent, dat de knietjes hoger zitten dan billen, de zogenaamde M-houding.  De drager ondersteunt de bovenbeentjes van knieholte naar knieholte.

Voldoen alle merken aan bovenstaande criteria? Nou nee. Op de grootste Europese Vakbeurs op baby en kindgebied  – Kind Und Jugend -, stonden maar liefst 200 bedrijven, die babydragers maken. De ene voldeed wel aan bovenstaande criteria, de ander niet. Maar maakt dat deze merken dan per definitie slechte dragers? Ook dat niet, ik ga er toch wel vanuit, dat die merken geen dragers maken om baby’s te martelen.  Deze merken weten niet beter en hebben waarschijnlijk een voorbeeld aan de verkeerde genomen.

Maar als een drager niet voldoet aan bovenstaande criteria, is deze dan per definitie “slecht”? Want er gaan nog steeds hardnekkige fabels de ronde, dat deze babybungels slecht zijn voor de heupen en dat je kindje er heupdysplasie van kan krijgen.  Een babybungel herken je meteen. De beentjes zijn niet ondersteund, de drager eindigt bij de bilplooi. De beentjes “bungelen” doordat het geen ondersteuning krijgt.  Daarnaast voelt deze manier van dragen ook zwaar aan voor de ouder.

Als er bij een baby geen aanleiding is, dat deze heupdysplasie zou hebben, dan krijgt de baby ook geen heupdysplasie door het te dragen in een babybungel.  Mochten er wel alle redenen zijn, en het vermoeden er is, dat een kindje heupdysplasie heeft, dan is het niet raadzaam om je kindje in een babybungel te dragen. Voor de duidelijkheid, een kind krijgt geen heupdysplasie van het dragen in een bungel, het draagt alleen niet positief bij aan een gezonde heupontwikkeling. Dus nee, kinderen krijgen geen heupdysplasie van het dragen in een babybungel.

Gelukkig komen steeds meer merken, die babybungels maakten, ook met dragers, die meer en meer voldoen aan de eerder genoemde criteria van ergonomisch dragen. Ook steeds meer merken, die eerder bungels maakten, gaan steeds meer samenwerken met bijvoorbeeld draagdoekconsulenten en vragen de expertise in de ontwikkeling van de nieuwere generatie dragers. Je ziet steeds meer dat de  bungels worden aangepast en doorontwikkeld naar de criteria van ergonomisch dragen. Een fijne ontwikkeling!

En tuurlijk ik krijg ook vaak de vraag: wat ik van een bepaald merk vind. Geen enkel merk maakt per definitie slechte dragers, er zijn alleen meer comfortabelere en ook betaalbare alternatieven.  Voor rond de € 100 koop je al een fijne en (hoera) een ergonomische drager.

Geen reactie's

Geef een reactie